Franciacorta DOCG 2018 Brut Bianco Biologico

De cuvée wordt gemaakt in het voorjaar. Na toevoeging van suikersiroop en gist voor secundaire gisting, wordt het gebotteld en op zijn kant gestapeld om hergisting en langzame verfijning te bevorderen. Wat de Franciacorta-methode onderscheidt is de hergisting op fles, elke fles wordt daardoor uniek en onherhaalbaar. Het begint echter allemaal met de oogst, waarbij de druiven een zorgvuldige selectie doorgaan tijdens het oogsten met de hand. Daarna worden deze geselecteerde druiven naar de kelder gebracht voor een zachte persing. De productiemethode van Franciacorta omvat het gebruik van edele wijnstokken; Pinot Nero met donkere druiven, Chardonnay met lichte druiven, Pinot Bianco en Erbamat. De Franciacorta wordt gekenmerkt door het gebruik van de eerste twee: de Pinot Noir (in de Italiaanse volksmond Pinot Nero genoemd) vanwege zijn structuur en de Chardonnay vanwege zijn frisheid. Uit het persen wordt de most verkregen die, dankzij de toevoeging van geselecteerde gisten, op weg is naar een eerste gisting in stalen tanks of in kleine houten vaten. De most wordt dan wijn en rust ongeveer 6 maanden op de edele droesem tot de lente, wanneer hij wordt gebotteld. Het is geen eenvoudige botteling, want met de wijn worden gist en suiker toegevoegd om de hergisting in de fles en de tweede gisting op gang te brengen: alleen in de fles zullen de belletjes ontstaan ​​die we in het glas aantreffen. Volgens de Franciacorta-specificatie worden de flessen gestapeld en rusten ze minimaal 18 maanden voor de klassieke Franciacorta, 24 maanden voor Rosé en Satèn, 30 maanden voor de Millesimati (vintages) en 60 maanden voor de Reserves. Dankzij de sterke aanwezigheid van Pinot Noir, is de keuze gegaan naaar een lange verfijning en deze verfijning minstens 24-30 maanden door te voeren. Na een lange rustperiode ontwaakt de fles door de ‘remuage’-methode (een manier van schudden en draaien van de fles), waardoor de sedimenten naar de dop kunnen schuiven. Op dit punt is de fles klaar om te degorgeren, deze wordt vervolgens geopend om de sedimenten eruit te laten en de doseersiroop in te brengen. Ten slotte wordt de fles opnieuw afgesloten met de onmiskenbare champignondop.